Doelen

De kinderen:

• ervaren dat ze zowel negatief als positief kunnen kijken naar de wereld.

Duur

Een kwartier

Materiaal

• Een vijftal onopvallende roze spullen
• Roze bril

Verloop

In de klas zijn een aantal onopvallende roze spullen aanwezig (die je eventueel vooraf verstopt). Vertel de kinderen dat jullie samen een Memory-spel gaan spelen. Ze krijgen een halve minuut de tijd om zoveel mogelijk zwarte voorwerpen te onthouden. Na een halve minuut moet iedereen de ogen sluiten. Laat de kinderen de zwarte voorwerpen opnoemen die ze gezien hebben. Vraag vervolgens wie er een roos voorwerp uit de ruimte kan noemen.

Kom samen tot het besluit dat we negatief (zwart) of positief (roos) naar de dingen kunnen kijken. Soms kijken mensen teveel naar die dingen die niet goed gaan. Enkele voorbeelden:

• Sanne komt op de speelplaats. Terwijl ze stapt naar een groepje van haar klas beginnen ze in dit groepje plots heel hard te lachen. Sanne kan in deze situatie negatief denken: ‘Ze lachen me waarschijnlijk uit. Heb ik iets verkeerds aan?’. Sanne kan ook positief naar deze situatie kijken: ‘Hé, dat ziet er grappig uit. Ik ga snel eens luisteren.’
• Je komt thuis met je rapport waarop een aantal heel goede punten, een aantal gemiddelde punten en een minder punt staan. Je mama en papa bekijken je rapport en zien enkel het slechte cijfer: “Hoe komt het dat je maar een 5 hebt op rekenen?” of kijken ook naar de goeie punten: “Bij Taal en Wero zie ik een paar knappe cijfers en voor rekenen moet je een tandje bijsteken”.

Vraag de kinderen:

• Zijn deze voorbeelden herkenbaar?
• Hebben jullie zelf nog voorbeelden?

Haal nadien de roze bril boven. Leg uit dat ieder deze mag opzetten en iets leuks mag vertellen. Dit kan iets liefs over iemand in de groep zijn, iets leuks over de groep op zich of uit de voorbije activiteit,…

Opmerking: Maak de afspraak dat wie de roze bril opzet, enkel positieve dingen vertelt.