De kinderen:
Vijf minuten tot …
Je kan de gevoelensthermometer gebruiken:
Kinderen leren veel door imitatieleren. Toon daarom regelmatig ook jouw gevoelens op de thermometer. Laat de vier basisgevoelens aan bod komen, gradeer en benoem ook hoe jij deze laat zien. Leg eventueel ook uit welk idee jij hebt om je minder of meer … te voelen.
Bv.: Ik voel mij nu zo (duid aan) boos. Door diep in- en uit te ademen word ik rustiger.
*Wanneer een kind zo boos is dat je het niet meer kunt aanspreken, kun je niet zomaar aan de slag met de thermometer. Schat op dat moment in wat het meest helpend is voor het kind:
- Laat het kind eerst tot rust komen en zit nadien samen aan de thermometer.
- Gebruik de thermometer als afleiding om het kind tot rust te brengen (zie ook Rustig worden & blijven).
- Benoem het gedrag dat het kind stelt (bv.: ‘je ogen kijken boos’, ‘je roept en schopt’) en duid zelf aan op de thermometer hoe boos jij denkt dat het kind zich voelt. Wanneer het rustiger wordt, kan je de pijl laten zakken.
* uit: De Mey, W., Messiaen, V., Van Hulle, N., Merlevede, E., Winters, S. (2005). Samen Sterker Terug Op Pad: een vroege interventie voor jonge kinderen met gedragsproblemen. SWP.
Tip: Maak je thermometer duurzamer door hem op A4- of A3-formaat af te drukken en hem samen met de pijlen te lamineren.
Tip: Je kan ook de thermometer persoonlijk maken door foto's te nemen van de kinderen waarop zij zelf de basisgevoelens met hun gezicht tonen.