Probleemgericht of oplossingsgericht denken zijn twee totaal verschillende manieren om te kijken naar dezelfde realiteit. Beide visies stellen vragen over het probleem, maar het verschil ligt in de soort vragen.
Probleemgerichte vragen | Oplossingsgerichte vragen |
---|---|
Wanneer is het probleem begonnen? | Zijn er momenten dat het probleem minder voorkomt? |
Wat liep er fout? | Wanneer verbeterde of stopte het? |
Wat ging er niet? | Hoe houdt het op? |
Waarom? | Wat doe je dan anders? |
Hoe werd het erger? | Wat helpt er? Wie helpt er? |
Waaraan zie je dat het iets beter gaat? |
Voorbeelden | Voorbeelden |
Wie is zijn huiswerk vergeten? | Wie heeft zijn huiswerk meegebracht? |
Wie heeft er niets van begrepen? | Wie snapt het al een beetje? |
Luister jij wel aandachtig genoeg? | Wat helpt om aandachtig te blijven? |
Kan je stoppen met springen in de zetel? | Kan je rustig zitten in de zetel? |
Ik zie dat je je boos voelt. Hoe lukt het jou om rustig te blijven? |
Hoe meer men focust op problemen, hoe groter die worden. Dat is zowat het omgekeerde van wat nuttig is om mensen uit de problemen te helpen. Het goede nieuws is dat het ook omgekeerd werkt. Wie een roze bril opzet, zal de wereld ook rozer zien. Anders gezegd: hoe meer je je op oplossingen richt, hoe sterker deze worden.
Oplossingsgerichte interventies lokken oplossingsgerichte reacties uit. Op deze manier voed je het zelfbeeld van de kinderen en leer je een constructieve wijze van omgaan met problemen aan. Als begeleider heb je veel impact op kinderen. Jouw (non-)verbale manier van reageren staat model en wordt vaak overgenomen. Soms bewust, soms minder bewust. Door zelf oplossingsgericht aan de slag te gaan, bied je een andere manier om naar problemen te kijken en oplossingen te vinden. Je bezorgt kortom een andere levenshouding.
Dit deel is gebaseerd op volgende literatuur: