Opvoedingspiramide

In deze opvoedingspiramide (piramide van ouderlijk gedrag, Webster-Stratton & Hancock, 1998) lees je met welke stenen je kan bouwen aan opvoeden.

 

    1. Basisklimaat

    Een stevig huis steunt op een stevige fundering. Neem de fundering of de basis weg en de muren van het huis zullen minder stevig rechtstaan.
    De sfeer thuis kunnen we ook een fundering noemen. Ze vormt de basis van de opvoeding die je aan je kinderen geeft. Deze sfeer of dit basisklimaat is er niet in 1, 2, 3. Elke dag opnieuw is hier aandacht en energie voor nodig.

    • Wat maakt van jouw huis een thuis?
    • Hoe ziet een warm en veilig nest er voor jou uit?
    • Hoe maak jij thuis een warm nest?
    • Op welke momenten voel je thuis een warme sfeer?
    • Hoe merk jij dat jouw kind zich thuis voelt bij jou?
    • Hoe weet jouw kind dat je naar hem/haar luistert?
    • Hoe toon jij dat je luistert naar je kind?

    Terug naar top

    2. Belonen

    Door te belonen maak je duidelijk wat je goed vindt. Met complimenten kan je zelfs letterlijk uitspreken wat leuk is (bv.: “Fijn dat je opruimt als ik het vraag”).
    Het kan ook minder opvallend. Soms zegt een knipoog, schouderklopje of dikke duim zonder woorden: “Wat jij doet is goed.”
    Als we kinderen leuke aandacht geven voor wat ze goed doen, helpen we hen om dit meer te doen. Want: hoe meer ze dit doen, hoe meer positieve aandacht ze krijgen. Door te belonen kunnen we dus gedrag (bv.: opruimen) aanleren.
    Er zijn drie soorten beloningen, de 3 D’s:

    • DUIM-BELONING (ofwel sociale beloning) zoals een compliment, knuffel, glimlach, knipoog, dikke duim,…
    • DING-BELONING (ofwel materiële beloning) zoals een koekje, speelgoed, extra tv-tijd, extra tijd op de tablet, voorkeurspelletje kiezen,…
    • DOE-BELONING (ofwel actiebeloning) zoals mama/papa helpen, samen in een boek kijken, samen naar het speelplein, samen een cake bakken of knutselen,…

    Kinderen vinden de doe-beloningen meestal het leukst. Als ouders sla je op dat moment ook twee vliegen in één klap: met een doe-beloning werk je ook aan het warme basisklimaat.

    Soms is er meer nodig dan de 3D-beloningen om iets aan te leren. Je kan dan iets extra in elkaar steken: een beloningssysteem. Een beloningssysteem is sterk als het positief is. Je spreekt af met je kind wat het méér moet doen en geeft een beloning als het lukt. Wanneer het niet lukt, kan je aanmoedigen. Een beloning wordt niet afgenomen. Je kan dus alleen maar winnen, nooit verliezen.

    Klik hier om een beloningssysteem in elkaar te steken.
     

    • Wat kan jouw kind thuis al goed?
    • Hoe heb je dit aan hem/haar geleerd?
    • Op welke manier merkt je kind aan jou dat het iets goed doet?
    • Hoe zou je dit nog kunnen laten zien?
    • Wat zou jouw kind denken als het een compliment krijgt? Hoe zou het zich voelen?
    • Wat denk jij als je een compliment geeft? Hoe voel jij je als je een compliment geeft?

    Terug naar top

    4. Negeren

    5. Time-out

    6. Straf